“Kies je voor een lichtere voorziening, dan kun je de risico’s beheersen met zwaardere maatregelen”

Omgevingswet en bodembeschermende voorzieningen

19-06-2025

De op 1 januari 2024 ingevoerde Omgevingswet heeft ook veel impact op alles wat met bodem te maken heeft. In een eerder artikel zoomde V&S-adviseur Ap Kemmeren al in op het overgangsrecht en het nut van een nulsituatie bodemonderzoek. In deze blog legt Ap uit wat er nieuw is als het gaat om bodembeschermende voorzieningen. 

Opvolger voor Nederlandse Richtlijn Bodembescherming

Al sinds 1987 geldt er een zorgplicht: het is ieders eigen verantwoordelijkheid om bodemverontreinigingen te voorkomen. Als er toch een verontreiniging ontstaat, dan is de eigenaar van de grond verplicht deze zoveel mogelijk te beperken en ongedaan te maken. Voorheen werd dit geregeld met de NRB (Nederlandse Richtlijn Bodembescherming). In de Omgevingswet is een nieuwe module opgenomen over bodembeschermende voorzieningen: het document ‘Bodembescherming: Combinaties van Voorzieningen en Maatregelen’ (BB-CVM). Hierin is vastgelegd in welke bodemrisicocategorie een activiteit valt en welke ‘voorzieningen en maatregelen’ als BBT (Best Beschikbare Technieken) daarbij horen om bodemverontreiniging te voorkomen of te beperken. 

Licht verontreinigde grond wordt minder als risico gezien

In het vorige artikel over de Omgevingswet liet ik doorschemeren dat ik er nog niet van overtuigd ben of deze nieuwe wet wel een verbetering is. Gelukkig zie ik met de BB-CVM wel een lichtpuntje. In het verleden mocht licht verontreinigde grond – oftewel grondklasse industrie – namelijk alleen worden opgeslagen op een onderafdekking zoals grondfolie. Die beschermende maatregel komt in de nieuwe aanpak niet meer terug. Daaruit kun je opmaken dat er geen uitspoelgevaar wordt verwacht bij een (lichte) verontreiniging (klasse industrie). 
Met andere woorden: de kans is klein dat zo’n soort lichte verontreiniging door uitloging in de toekomst voor problemen zorgt. Deze herwaardering van de risico’s kan gunstig uitpakken voor bedrijven die daarmee te maken hebben.

Vloeistofdichte vloeren? Opgepast!

Om een bodemverontreiniging te voorkomen, wordt onderscheid gemaakt tussen voorzieningen en maatregelen. Een voorbeeld van een voorziening is een vloeistofdichte vloer. Is deze eenmaal aangelegd, dan tref je daarna maatregelen om de risico’s verder te beheersen. 

Om bijvoorbeeld aan te tonen dat de vloer daadwerkelijk vloeistofdicht is, moet deze gekeurd en gecertificeerd zijn. Zo’n certificaat is maximaal 6 jaar geldig en moet daarna opnieuw gekeurd worden. Ook moet de voorziening elk jaar intern geïnspecteerd worden. Anders dan de NRB, vindt de BB-CVM dat alleen een vloeistofdichte vloer niet voldoende is, maar dat ook de onderliggende riolering tot aan de slibvangput gecertificeerd en gekeurd moet worden. Je denkt misschien ‘Hoezo is dit een probleem? Een riolering is toch gemaakt om vloeistofdicht te zijn?’ Eens, maar vaak ligt zo’n riolering er al jaren; zie de vloeistofdichtheid dan nog maar eens te bewijzen! Het vervelende is dat een bestaande riolering helemaal niet is gebouwd op zo’n keuring. Hierbij wordt een riolering namelijk onder druk gebracht, waardoor deze juist kan beschadigen. Vaak moet een riolering dus gerelined worden (het aanbrengen van een nieuwe binnenlaag). Als dat niet mogelijk is, moet deze zelfs helemaal opnieuw aangelegd worden. Al met al een flinke extra kostenpost waar je niet op zit te wachten. 


De verschillende niveaus van bodembeschermende voorzieningen:


  • Vloeistofdichte bodemvoorziening: vloer, verharding of constructie waardoor (vloei)stoffen niet in de bodem kunnen komen.

  • Aaneengesloten bodemvoorziening: vloer, verharding of constructie die (vloei)stoffen tijdelijk keert. Eventuele onderbrekingen of naden zijn gedicht.

  • Elementenbodemvoorziening:vloer, verharding of constructie die (vloei)stoffen tijdelijk keert. Eventuele onderbrekingen of naden zijn niet gedicht.


Voorzieningen ‘afschalen’

Gelukkig biedt diezelfde BB-CVM in sommige gevallen ook een oplossing. Er is namelijk een nieuwe indeling in voorzieningen gemaakt. Hierdoor is niet altijd meer een vloeistofdichte voorziening vereist, maar kun je ook met een ‘aaneengesloten bodemvoorziening’ aan de wettelijke eisen voldoen. 
Wanneer je afschaalt door je bestaande vloeistofdichte voorziening als aaneengesloten bodemvoorziening aan te melden, vervalt de periodieke ‘vloeistofdicht-certificering’. Ook voor de riolering is dan geen vloeistofdicht-certificaat meer nodig.

Zorgplicht blijft 

De nieuwe indeling van voorzieningen in de BB-CVM, doet overigens niets af aan de zorgplicht die je als bedrijf hebt. Daarom moet voor de bedrijfsriolering bijvoorbeeld altijd wel een onderhouds- en inspectieprogramma (aantoonbaar) volgens de CUR aanwezig zijn. Daarnaast geeft de systematiek van de BB-CVM je soms de keuze om voor een ‘lichtere’ voorziening te gaan, waarbij je de risico’s beheerst door juist zwaardere maatregelen te treffen. Kort door de bocht zijn het communicerende vaten: voorzieningen afschalen = maatregelen opschalen. Onderstaande tabel geeft goed weer hoe dat werkt bij een ondergrondse of ingeterpte tank. 

Tabel bodemvoorzieningen vs maatregelen

Samengevat: heb je vloeistofdichte voorzieningen? Onderzoek dan of dat nog steeds een vereiste is voor jouw bedrijfsvoering. Zo niet, dan kan het verstandig zijn om ‘af te schalen’ en zo hoge, niet noodzakelijke, investeringskosten te voorkomen maar weliswaar je maatregelenpakket aan te passen. Natuurlijk helpen wij je graag bij het maken van een goede afweging. 

Zijn deze veranderingen van toepassing op jouw bedrijf? 

Wanneer jouw bedrijf voorheen te maken had met de NRB, dan is het goed mogelijk dat je door de BB-CVM andere keuzes en mogelijkheden hebt, of dat je juist nieuwe maatregelen moet treffen om aan de wettelijke eisen te voldoen. Wij komen graag bij je langs om te inventariseren welke veranderingen in de Omgevingswet en specifiek de BB-CVM impact hebben op jouw bedrijfsvoering. 
 

Heb je een vraag over een bodemkwestie? 

Of wil je weten of er door de Omgevingswet iets voor jou verandert? Neem contact met ons op. We staan altijd klaar om vragen te beantwoorden en jouw bedrijf deskundig te begeleiden!